Jelena Dolgopol



Cultureel Supplement
Kunst verdwijnt van de straat

Door de bezuinigingen heeft publieke kunst het moeilijk. Eens prestigieuze kunstopdrachten worden niet meer onderhouden. Het verval slaat overal toe.

donderdag 27 maart 2014

Het zijn abstracte beelden, op het eerste gezicht dan. De ongenaakbare bouwsels van de Amerikaanse kunstenaar Dan Graham zijn van glas dat deels doorzichtig is. Dat levert een spel op van zien en gezien worden. Dit voorjaar organiseert Museum De Pont in Tilburg een overzicht van zijn beelden. Echt abstract zijn ze niet: het glas verwijst naar de gebouwde omgeving, naar grote steden met spiegelende bankgebouwen. Zijn sculpturen zijn schillen waar je je in kunt begeven, om te voelen hoe architectuur gebruikt wordt. Het gaat om interactie, zonder bezoekers zijn ze zielloos, schreef Hans den Hartog Jager in deze krant over de tentoonstelling.

Vanwege die interactie is het geen wonder dat de museaal gelauwerde Graham ook in de openbare ruimte werkt, want juist daar wordt dit spel werkelijkheid. Eind mei wordt een paviljoen van hem onthuld in de vallei van de rododendrons in Trivero, Italië. Ook in Den Haag staat een echte Graham, ontworpen om zijn abstracte concepten te toetsen aan de prozaïsche buitenwereld. Het is een bewakingshuisje bij een fietsenstalling op de Prinsegracht. Hoge kunst, tussen de tramhaltes en stoplichten.

Het huisje staat er sinds 2008, toen het Haagse kunstcentrum Stroom met Grahams bijdrage het project Fiets&Stal afsloot. Stroom had dat ontwikkeld voor de gemeente Den Haag en Biesieklette, een organisatie die met langdurig werkzoekenden bewaakte fietsenstallingen exploiteert. Tien kunstenaars en vooraanstaande architecten ontwierpen bewakingshuisjes voor die fietsenstallingen. Die staan vanaf het centrum tot in Scheveningen – een fijne fietsroute. „Om een laag van verbeelding toe te voegen aan de stad”, vertellen Vincent de Boer en Arno van Roosmalen van Stroom over het waarom. „En om het werk van de bewakers, toen melkertbanen, aantrekkelijker te maken.” Een Hollandser kunstopdracht bestaat haast niet.

Maar de openbare ruimte is een andere wereld dan de klimaatbeheerste musea. Op straat moet kunst opboksen tegen regels, verkeer, commercie, bestemmingsplannen, publieke opinie, vandalisme. Grahams Haagse huisje verloor die strijd: het werd gesloten. „De stalling bleek niet populair bij fietsers”, zegt Van Roosmalen. „Ook was het huisje moeilijk te gebruiken door die spiegelingen. Het glas maakte het snoeiheet in de zomer en Graham verbood luxaflex: dat ging tegen zijn concept in.” Na de sluiting zette het verval in. De glazen deur is gebarsten, de ruiten zijn behangen met posters voor uitgaansfeesten.
Verval

Grahams werk, eigendom van de gemeente, is geen op zichzelf staand voorbeeld. Veel recente kunst in de openbare ruimte vervalt. Oudere buitenkunst – reliëfs, muurschilderingen, omgevingsontwerpen – heeft zijn lot verbonden aan dat van de gebouwen waar het aan vastzit, bij sloop gaan ze samen ten onder. Maar de kunst van de laatste twintig jaar heeft zich juist losgezongen van dat beton. „Zichtassen, rooilijnen – kunst in de openbare ruimte ging over heel andere dingen dan in musea”, zegt Tom van Gestel, jarenlang artistiek leider van de Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR). „SKOR en zijn voorgangers, zoals het Praktijkbureau Beeldende Kunstopdrachten, wilden vanaf de jaren tachtig de ontwikkelingen uit de kunst ook in het publieke domein krijgen, zoals multimedia, performance, installaties.” Grahams sculptuur, geen SKOR-project, is ook een voorbeeld van die ontwikkeling.

Namens het Rijk verzorgde SKOR zo’n duizend kunstprojecten in de (semi-)openbare ruimte, waarvan veel voor zorginstellingen, uit de tijd dat Volksgezondheid en Cultuur onder hetzelfde ministerie van WVC vielen. Wegens bezuinigingen sloot SKOR in januari 2013 haar deuren. De website blijft online en het archief is ondergebracht bij het lectoraat kunst en publieke ruimte van de Rietveld Academie. Tijdens een gesprek in dat archief stellen Van Gestel en Jeroen Boomgaard, lector kunst en publieke ruimte, dat deze openbare kunst vaak afhankelijk is van participatie en daardoor onderhoud behoeft. Dat maakt het kwetsbaar. Door een veranderde omgeving kan het in onbruik raken en resteert een gemankeerd kunstwerk – een fietsenstalling sluit, een film wordt niet meer vertoond, technologische kunst wordt niet meer aangezet.

In zorginstellingen speelt een rol dat functies veranderen, vertelt Van Gestel: „Bejaardentehuizen werden meer en meer psychogeriatrische verpleeghuizen, met andere zorgtaken. Ze hebben meer bewoners met dementie, die schrikken van interactieve kunst die voorheen wel functioneerde.” Ook veranderende techniek kan een rol spelen, zoals bij Waterlanders van Marieke van Diemen, een kunstproject in een ziekenhuis in Purmerend waar bezoekers in een filmhokje videoboodschappen konden opnemen en versturen. „Dat doet iedereen nu met zijn smartphone.”

Ook het destijds gelauwerde postkantoor van Jennifer Tee en Gabriel Lester in zorgcentrum Beatrix te Culemborg, met speciaal briefpapier en tekststempels, raakte in onbruik. „De zorgtaken zijn steeds zwaarder geworden, we hebben nu een grotere buurtfunctie”, zegt manager welzijn Marja Verrips telefonisch. De ruimte die de kunstenaars ontwierpen is nog intact en wordt nu gebruikt voor computercursussen, waar ook buurtbewoners welkom zijn. Ook kaartjes worden nog wel verstuurd, maar het postkantoor is geen vast onderdeel meer van het activiteitenprogramma.

Bij dit soort kunst kun je stellen dat het ter ziele is wanneer het niet meer functioneert. Zoiets is ook het geval bij Grahams bouwsel: buiten gebruik. Maakt dat het een gemankeerd kunstwerk? „Of is het een gemankeerd architectonisch object?”, vraagt Van Roosmalen. „De artistieke integriteit is hier onduidelijk. Het gaat om kijken en bekeken worden. Dat is anders dan in een museum, waar je als bezoeker bewust frictie wilt opzoeken en dan wegloopt. Stroom mag het werk niet aanpassen van Graham, met zonnewering, maar mag het van hem ook niet als autonoom object behandelen. Het mag bijvoorbeeld niet in een museumtuin komen te staan.”
Kunstwerk verdwenen

Met die kwetsbaarheid heeft de interactieve kunst in de openbare ruimte zich in een lastige positie gemanoeuvreerd. Maar dat komt niet alleen door de kunst zelf. De omgeving waar participatieve kunst van afhankelijk van is, verandert snel. Zorginstellingen privatiseren, overheidspanden worden verkocht en kunstinstellingen wegbezuinigd. „SKOR is opgeheven, er is gewoon geen telefoonnummer meer”, zegt Van Gestel.

Zo werd hij benaderd door Simcha Roodenburg, de kunstenaar die in 2001 een gigantische sculptuur had opgeleverd voor de ingang van het Rotterdamse Ikazia Ziekenhuis. „Groot project, onthuld door de burgemeester. Maar toen ging de kunstenaar er met een kunstverzamelaar kijken. Het was weg.” Bij navraag meldt het ziekenhuis dat het werk is vernietigd bij een herinrichting van het plein, nadat het al in slechtere staat had verkeerd door wildplassers en beschadigingen.

Zonder toezicht wordt kunst sneller vernietigd, dat geldt ook voor de architectuurgebonden opdrachten die destijds met publiek geld zijn opgeleverd. Van Gestel noemt de privatisering van de posterijen: „Een kwart eeuw geleden zijn diverse expeditieknooppunten gebouwd, telkens met kloeke kunst. De post is geprivatiseerd, expeditieknooppunten worden gesloopt. Hoeveel kunst daarmee ongezien verdwijnt, ik weet het niet. Natuurlijk hoeft kunst niet voor de eeuwigheid te bestaan. Maar het gaat me om de manier waarop het verdwijnt.”

Jeroen Boomgaard herkent dat: „Ik weet van een kunstenaar die zijn werk op Marktplaats zag staan. Als er een aanspreekpunt was geweest, iemand die over het werk ging, dan was dat niet gebeurd.”

Door privatisering komt onderhoud van kunst vaak bij bedrijven terecht. „Afspraken over onderhoud verlopen moeizaam, nieuwe eigenaars zien de kunst vaak als een last”, weet Boomgaard. Dat bleek vorige maand nog, toen Leonard van Munster berichtte dat zijn lichtkunstwerk op het voormalige GAK-kantoor in Amsterdam West gesloopt wordt door de nieuwe eigenaar, een vastgoedinvesteerder. Het was in 2012 opgeleverd. Dan krijgt kunst weinig kans om kunstgeschiedenis te worden.

Ook overheden kunnen hun beleid richting de kunst veranderen, bijvoorbeeld door een wisselende politiek. Van Gestel noemt het grote beeldenpark De Verbeelding. „Dat verrees dankzij de Rijksdienst IJsselmeerpolders om het nieuw te bouwen dorp Zeewolde een ziel te geven. Maar de gemeenteraad stelde andere prioriteiten, onderhoud werd wegbezuinigd.” Hij somt de kapotte werken op – herman de vries, Jan van de Pavert, Roman Signer. „Alleen het betonnen werk Sea Level van Richard Serra is niet kapot te krijgen.”
Burgerinitiatieven

Maar is die afkalvende verzorgingsstaat wel zo erg, kan de markt die mecenaatsrol niet overnemen? Veel gemeentes werken op eigen houtje aan kunstprojecten om bijvoorbeeld nieuwbouwwijken te doen onderscheiden op de woonmarkt. Architectenbureaus schakelen kunstenaars in voor concepten, burgerinitiatieven zorgen voor monumenten. Kunst volop, toch? „In de praktijk ontstaat een vacuüm”, zegt Van Gestel. Boomgaard beaamt dat: „De overgang is te groot. De overheid kan zich niet zomaar van alle taken ontdoen door op te roepen tot privémecenaat. Of crowdfunding. Alsof dat lukt. Alles op projecten gooien levert losse flodders op. Dan moet je niet klagen als je straks een maatschappij zonder samenhang en structuur hebt.”

Het lectoraat is intussen bezig een digitale helpdesk op te richten voor kunstopdrachten in de openbare ruimte. Met good practices, theoretische reflectie in een databank met informatie en een podium om ideeën uit te wisselen. Dan hebben gemeentes en andere lokale opdrachtgevers een klankbord.

Ook het Haagse Fiets&Stal is in beweging. Het bewakingshuisje van Frans Halmans werd door de gemeente Den Haag verplaatst richting de Tweede Kamer, waar het op het Buitenhof werd gezet. Het huisje werd van reflectieglas voorzien en de lichtbak op het dak is gesloopt. Dat is in strijd met de auteurswet, maar welke kunstenaar heeft zin in een rechtszaak? Onbruik tornt aan de werken, gebruik ook – zoals bij Graham. „Maar zijn werk nodigt niet uit tot gebruik”, zegt Van Roosmalen. „Dat is heel dubbel. Daarmee schept Graham een patstelling.”

Het maakt de toekomst van Grahams sculptuur onzeker. Binnenkort, vermoedelijk in april, wordt het kunstwerk weggehaald van de Prinsegracht en in een opslag gezet, om in elk geval verdere verloedering te voorkomen. Over herplaatsing is niets bekend. „Als het niet meer functioneert, moet het gewoon ontmanteld worden”, reageert Graham desgevraagd vanuit New York. „Het is geen sculptuur. Het is een paviljoen, en dus tijdelijk. Vergelijk het met een bushalte. Als de bus er niet meer stopt, moet de halte ook weg.”




ARTIKEL
BOEKEN
FAVORIETE KUNSTENAAR

JEUGDVRAAG
ONDERZOEKS
METHODE
HOME
ARITKEL
VRAAG
vOORSTEL
Sommige kunstwerken zijn lot verbonden aan de gebouwen waar het aan vastzit, denk aan slopen. De laatste twintig jaar heeft kunst zich ontwikkeld en staat op zichzelf, dus los van de gebouwen/ muur etc. Kunst in de openbare ruimte ging over andere dingen dan binnen in een museum. Het is interactiever geworden, denk daarbij aan installaties, multimedia, performance. Kunst wordt sneller vernield zonder toezicht, bijvoorbeeld als de bestemmingsplan gewijzigd wordt dan heeft kunst geen poot meer om op te staan. Als gevolg wordt het gesloopt of verplaatst en opgeslagen. Ook wel als de kunst geen functie meer heeft, kan en mag het weggehaald worden. Kunst dient een functie te hebben of iets toe te voegen aan de omgeving/ publiek en anders is het nutteloos.
De overheid kan de taak voor kunst niet zomaar ontdoen en aan zijn lot overlaten, zoals bijvoorbeeld aan privémecenaat en crowfunding, want dit wordt zooitje ongeregeld.


Voorstel:

Het slopen van openbare kunst zou op een andere manier aangepakt kunnen worden, dus meer bescherming naar het kunstwerk toe. Dit kun je onder andere doen, door de kunstenaar te naderen of de instantie die het geplaatst heeft. Als het kunstwerk geen functie meer heeft of de plek heeft een ander bestemmingskplan gekregen, dan zou dit dus met beter overleg moeten gaan wat er met de kunstwerk gaat gebeuren. Wordt dit gesloopt, verplaats, opgeslagen, teruggegeven aan de kunstenaar, doorverkocht, vastgelgd met media etc. Natuurlijk zou dit proces geen maanden moeten duren, maar zo snel mogelijk uitgevoerd moeten worden zodat anderen er geen hinder van ondervinden.
SAMENVATTING ARTIKEL+ VRAAG OF VOORSTEL
Samenvatting Artikel:

Dit artikel is geschreven door Robert Anker. Robert Anker beweert dat kunst geen wetenschap is en geen nut heeft, maar een persoonlijke ervaring is. Hij vindt dat kunst geen invloed op de maatschappij heeft, dat kunstenaars alleen maar mooie dingen maken tot frustratie van de kunstenaar en dat je er niet van kan leren (als literatuurlezer). Hij beweert dat alleen een kunstenaar een vorm kan geven aan een ervaring die wij als mensen beleven. Kunst kan troostend zijn, maar het betekend niet dat het nut heeft. Robert Anker zegt dat je de kunstenaar beter geld kan geven in plaats van een opleiding, die geen functie heeft, zodat hij in zijn eigen wereld kan zijn.

Voorstel:

IK denk dat er een beter balans moet komen in geldstroom en opleiding. Een opleiding is voor sommigen noodzakelijk, want sommige toekomstige kunstenaars, hebben een soort van leidraad nodig, structuur en begeleiding, dus een zetje om op gang te komen. Tijdens een opleiding wordt je gestimuleerd om over bepaalde dingen na te denken, wat je misschien uit jezelf niet zo snel zou doen. En ja je hebt ook jonge kunstenaars ertussen die een opleiding niet nodig hebben, omdat ze zelfstandig genoeg zijn en in staat zijn om zichtzelf als een succesvolle kunstenaar te kunnen ontwikkelen, voor die soort mensen zou een budget goed kunnen werken. Sommigen gaan een opleiding volgen, omdat ze meer vrije tijd over houden en het financiele plaatje speelt ook een rol. Hoe kun je nu iemand filteren die succesvol kan worden en wie niet? Voor wie is een opleiding bestemt en voor wie een budget of misschien beiden. Wil je in aanmerking komen voor een budget, dan zou er een strenge selectie plaats moeten vinden en je zou jezelf moeten bewijzen in de proefperiode en naruurlijk namaals. Een opleiding zou dus niet voor iedereen bestemd zijn en je zou advies tijdens de toelatingsexamen kunnen krijgen of je een opleiding zou kunnen volgen of dat je beter een budget kan aanvragen, omdat je werk bijvoorbeeld goed genoeg is. De keuze blijft natuurlijk aan de student. Curcussen volgen voor meer gerichtte kennis is ook een optie.

'Ik ben geen terrorist, ik heb niet willen beledigen'
vrijdag 06 mei 2005
gepubliceerd op www.rotterdamsdagblad.nl - albrand leeuwe

De ophef heeft hem verbaasd. De 23-jarige kunstenaar Jonas Staal, die op verschillende plekken in Rotterdam en Den Haag portretten van Geert Wilders ophing, had 'het harde optreden' van justitie niet verwacht. Een nacht in de cel, vingerafdrukken en een huiszoeking; hij vindt het nogal overdreven voor een kunstproject. Want dat het kunst is, daar blijft hij bij. ,,Ik ben geen terrorist, ik heb niet willen beledigen,'' zegt hij kort na zijn vrijlating.

De portretten werden eind vorige maand door de kunstenaar opgehangen, vergezeld van rouwbloemen, kaarsen en speelgoedbeesten. Wilders deed aangifte van bedreiging, de politie nam de spullen in beslag en verrichtte sporenonderzoek. Dinsdag stapte Staal uit eigen beweging naar het politiebureau Zuidplein en werd meteen aangehouden.

Eerder kreeg Staal van de gemeente Rotterdam nog subsidie voor het maken van werk in de openbare ruimte. Dat er risico's aan dat werk kleefden, daar is Staal wel van doordrongen. ,,Ik heb in het werk geprobeerd de dubbelzinnigheid de boventoon te laten voeren. Als Geert Wilders het er niet mee eens is, kan ik dat begrijpen. Zie het als een mening, niet als het optreden van terroristen, of een pro-Wildersgroep.''

Stimulans

Het gaat hem eigenlijk niet eens om de persoon Wilders. ,,Het is een plaatje, een stimulans en een uitnodiging om kritisch naar actuele gebeurtenissen te kijken. Als dat niet is overgekomen, dan ben ik bang dat het werk niet volledig is gelukt.'' Wilders had het werk wat Staal betreft ook als steunbetuiging kunnen opvatten.

De foto's hing de Rotterdammer 's nachts op. ,,Ik heb goed opgelet. Ik koos expres voor plekken achteraf, ver weg van moskeeën, kleuterscholen of speeltuinen. En geen wijken waar veel allochtonen wonen, ik had geen negatieve intenties. Ik heb er ook geen teksten bij gezet, het ging om het beeld.'' Aangesproken is hij nooit, niemand heeft hem naar eigen zeggen bezig gezien.

De kunstenaar hoopt dat justitie van verdere stappen afziet. ,,Als ik hier twee weken voor in de cel moet zitten, zou ik dat heel erg vinden.'' Staal zegt van zijn advocaat te hebben gehoord dat een aanklacht wegens bedreiging van een parlementslid weinig kans van slagen heeft. ,,Ik hoop het. Ik heb de indruk dat justitie dit niet zo maar wil laten overwaaien.''

Opinie & Debat
Invloed van kunstenaars op discussies? Onzin

Kunst is geen wetenschap en nut heeft het ook niet. Kunst is de ervaring van een dringende aanwezigheid van het vreemde. Een kunstwerk is een in zichzelf besloten organisme. Geef de kunstenaar geld in plaats van een Akademie van Kunsten, schrijft Robert Anker.

Door Robert Anker

zaterdag 15 februari 2014

Bij een artikel in de krant van 11 februari drukte NRC Handelsblad negentien foto’s af van kunstenaars die de nieuw opgerichte Akademie van Kunsten gestalte moeten geven. „Het is in deze tijd nodig dat ook van kunstenaars invloed uitgaat in maatschappelijke discussies”, stelt een van hen.

Een sympathieke vergissing die voortkomt uit het slechte geweten van veel kunstenaars – dat ze iets moois maken terwijl de wereld in brand staat.

Een andere opvatting over het belang van kunst vind je voornamelijk in de kringen eromheen, ook verwoord in het artikel: „Onze samenleving heeft creativiteit nodig om te overleven, om geld te blijven verdienen”. Dixit de minister van Cultuur. Geld verdienen. Je hoort het steeds vaker in deze neoliberale epoque: kunst levert geld op. Het onmiskenbare belang, bijvoorbeeld, van het Rijksmuseum is er dan in gelegen dat het toeristen naar de stad trekt.

Maar kunst heeft geen nut. Kunst is ook geen vorm van wetenschap, een ander misverstand, dat ook in de kringen van de verse Akademie leeft, want zij is onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.

Kunst doet aan onderzoek, dat is het woord dat je steeds weer tegenkomt, vooral in de beeldende kunst en het theater. Wat er onderzocht wordt? In zijn algemeenheid is het altijd terug te voeren op de positie van de mens in de wereld. Maar dat is geen onderzoek, dat is ervaring – de persoonlijke ervaring van het leven.

Uit het voorgaande kunnen wij leren dat kunst ons niets kan leren, zeker onder literatuurlezers een bekend misverstand. Een begrijpelijk misverstand, inzicht is hier het sleutelwoord. „Het werk van Willem Frederik Hermans heeft mij inzicht gegeven in de onbetrouwbaarheid van de wereld.” Maar de waarheid is dat het werk van Willem Frederik Hermans dat inzicht heeft gearticuleerd, het bestond al, op een non-verbaal niveau. Daardoor lijkt het of het inzicht door de schrijver is aangebracht.

Nu is ook duidelijk dat de kunst geen invloed heeft op het maatschappelijk debat. Zij heeft wel eens gefungeerd als een krachtige stimulans. De hut van oom Tom is misschien zo’n voorbeeld, maar de maatschappelijke beweging tegen de slavernij bestond al langer. Multatuli wilde met zijn Max Havelaar de uitbuiting van de Javaan tegengaan, maar zijn lezers verzuchtten dat ze zijn boek zo mooi vonden. Het slechte geweten van de mens achter de kunstenaar, dat zijn kunst geen rol speelt in de maatschappij, brengt hem er vooral in de beeldende kunst toe zijn woede en frustratie daaromtrent in zijn werk te verbeelden, maar hij moet ermee leren leven dat men zijn werk mooi vindt – als het goede kunst is, anders is het ‘tijdgebonden geklets’ (Nabokov).

Kunst hoort bij de mens, dieren hebben geen kunst (wel primitieve vormen van wetenschap, het gebruik van werktuigen bijvoorbeeld, zo zijn wij ook begonnen). Daarom denk ik dat kunst direct samenhangt met dat andere grote onderscheid met de dierenwereld: ons bewustzijn. Kennis van de tijd, dat we een verleden hebben en een toekomst, dat we doodgaan, ervaringen van verwondering ‘dat alles er is’, de raadsels van dat bewuste leven, maar ook ervaringen van frustratie, afscheid, verlies en rouw.

O ja, en ook wel van vreugde, maar ik denk dat de meeste kunst een gevolg is van een of andere vorm van frictie. Deze ervaringen treffen alle mensen, maar alleen kunstenaars weten daar een vorm voor te vinden – want kunst is vorm – waarin ze die ervaringen gestalte kunnen geven en over kunnen dragen.

Want vergis je niet, beste neoliberaal, er is in de samenleving een diepe behoefte aan kunst, niet grootschalig, maar wel intens. Ook de homo economicus weet in zijn diepste uur dat kunst de enige getuige is van zijn eenzaamheid. Maar nut heeft ze niet.

Het kunstwerk is een in zichzelf besloten organisme. Je kunt naar binnen gaan en je kunt er weer uit lopen, het blijft wat het is, ook na honderd jaar (al verandert de perceptie voortdurend). Het lijkt altijd op wat we kennen, maar het is altijd vooral anders. Kunst is de ervaring van een dringende aanwezigheid van het vreemde. Misschien had Aristoteles gelijk door deze ervaring, die vaak een confrontatie is, te vangen in het woord ‘catharsis’. Misschien komt ons woord ‘troost’ in aanmerking: de confrontatie met het onvolkomene levert in het kunstwerk nu eenmaal, tijdelijk, een helend effect op. En ‘schoonheid’ natuurlijk. Maar ‘nut’ – nee.

Nu begrijpen we ook dat ‘cultureel ondernemerschap’ waar neoliberale politici, en dat zijn de meeste, zo graag op hameren een gotspe is. De kunstenaar is een seculiere monnik, een monnik met een slecht maatschappelijk geweten, maar laat hem in zijn cel, waar de werkelijkheid nog hard genoeg naar binnen komt. Geef hem wat geld in plaats van een Akademie. Geef die vierhonderd miljoen terug die hem is afgepakt. Peanuts op een rijksbegroting van tweehonderdvijftig miljard.
opiauteur anker robert.jpg

Robert Anker is dichter en schrijver.


CARINA
HESPER
ONDERZOEK

BIJLAGE
FLYER